“STRAATKAATSEN WORDT IN ERE HERSTELD”
“Straatkaatsen wordt in ere hersteld” Dat is het opschrift van de mededeling, dat een buurtcommissie van de Kleine Breedeplaats zich hiermede gaat bemoeien. Het initiatief kwam vanuit het sigarenmagazijn ‘t Hoekje, waar de familie Van der Gaast woonde. Op de brede Lanen en Ossenmarkt werd door de jeugd altijd al veel gekaatst, dit werd al gedaan voor de eerste wereldoorlog. Aangemoedigd door de omwonenden, die dan een paar centen of iets anders beschikbaar stelden en niet gehinderd door druk verkeer, was het kaatsen daar ter plaatse een vaak voorkomend straatbeeld.
De familie Pais, die een groentezaak op de Kleine Breedeplaats hadden, loofde vaak cocosnoten of pinda’s als prijsje hiervoor uit. In genoemde buurtcommissie zaten o.a. Nico en Jelly Outhuyse, Klaas Hondema, Jopie Zijlstra, Theo Snijder van de Fa. Oolgaard, Bouke van der Gaast, met later daarbij Jan Teensma, Piet Souverein, Geert Kracht en vele anderen. Zij kregen een geweldige medewerking en zo ontstond feitelijk een voor Harlingen nieuwe feestweek, waar velen aan zouden meedoen of er van zouden genieten.
Men had trouwens de tijd mee, want na die vijf jaar bezetting, was men tuk op een verzetje en was de televisie nog niet de grote spelbreker. In dit eerste bericht werd verder medegedeeld dat er in twee klassen zou worden gekaatst, namelijk van 12 t/m 17 jaar en 18 jaar en ouder. De inleg bedroeg 25 cent en mocht de inschrijving groot genoeg zijn, dan zouden de voorronden op maandag en dinsdag worden verkaatst en de finales op woensdag 21 juni 1950. Het aanvangsuur was 7 uur en er werd gekaatst tot dat het donker was. Die eerste keer schreven er voor de jongste groep 15 en voor de oudste groep 33 parturen in, zodat de reserve-avonden wel gebruikt moesten worden.
Als koningsprijs waren er twee bekers beschikbaar, namelijk de Dirk van Drooge-beker en de Levie Pais-beker, namen van personen uit dit vroegere buurtleven. Laurens Drost, een bekend sportfiguur uit Harlingen, tevens journalist van de Harlinger Courant, die zelf tot aan zijn dood ieder jaar mee kaatste, gaf er een danig enthousiast verslag van en liet zo niet alleen de Harlingers maar ook vele oud-Harlingers verspreid over de hele wereld, van dit sportgebeuren meegenieten, een volksfeest in de ware zijn van het woord, vol spanning en humor. Hij schreef:”Duizenden toeschouwers leefden mee met de jonge en oude kaatsers, die daar op de Lanen onderling hun krachten beproefden. Men kon zich woensdagavond in het Feyenoordstadion wanen bij een internationale voetbalwedstrijd, zo dicht saamgedrongen rondom het kaatsperk, waar de spanning te snijden was”. Gekaatst werd met een holle gummibal, vijf perken op de Lanen en een op de Ossenmarkt, keurig met kalk op de straatstenen uitgezet. De k.v. Eendracht zorgde voor de telegrafen, aanwijsstokken, scheidsrechter en keurmeester, het was een grote Samenwerking.
Woensdag 21 juni zoals gezegd, de avond van de eerste finales, stond de oude Harmonie met een feestelijk versierd balcon, volop in flood-light, en werd na de prijsuitreiking aan de duizenden toeschouwers vanaf dat balcon een door plaatselijke krachten verzorgd openlucht cabaret programma geboden. Toen waren er nog vele goede plaatselijke artiesten en zo verschenen ondermeer daar de Jeaby’s, de Credo’s, Wim Kroon en dat alles onder leiding van Nelis Roos, die ook met Bouke van der Gaast een Harlinger sketch speelde vol met de oude Bargebuurt humor. De eerste happening duurde van 7 uur tot 12 uur middernacht en bijna niemand ging voor die tijd naar huis. Het Lanenkaatsen was een feit geworden en de eerste winnaars waren: Groep 1: Lucas de Vries, Jaap Riem(koning) en Siep van Kammen Groep 2: Melle van der Heide, Jan Galema(koning) en Teake Hoitinga De winnaars kregen kransen, medailles en vele andere zaken en… kwamen op de foto. Het eerste jaar bij fotograaf Visser op de Zuiderhaven en daarna alle jaren bij Foto Scheffer, later opgevolgd door Hein van den Oever. Juist deze fotoverzameling is een interessant bezit en toont bijna alle prominenten uit de Harlinger sportwereld van die periode.
Velen zijn veranderd in die zes en veertig jaar, velen zijn niet meer. Naast genoemde prijzen was het prachtig om te zien wat de winnaars alzo mee naar huis kregen. Het was betrekkelijk kort na de oorlog en dus overal lang geen rijkdom. Schoensmeer, worsten, haarwater, fietslampen, matten, overhemden enz. maar ook steeds van de plaatselijke banketbakkers voor ieder een taart, waarbij die van bakker Boersma van de Ossenmarkt soms de prachtigste dingen uit de kaatswereld te zien gaven.
Op de foto’s: links, de eerste winnaars van 1950, in het midden de grondleggers Nico Outhuijse en Bouke van der Gaast en rechts Walle Geertsje.